“Het was augustus, afgelopen zomer. Mijn man had juist zijn eerste hoortoestellen in gekregen. We stapten de winkel van de hoorspecialist uit en wandelden de straat uit. Ineens bleef hij stil staan en keek om zich heen. “Ik hoor een motor,” zei hij. “Ik hoor het diepe geluid van een motor.” Ik keek rond, maar kon in de verste verte geen motor ontdekken. Toen ontdekte ik aan de overkant van de straat, bij de pinautomaat, een scooter met een stationair draaiende motor.”
Fluisteren met de visite
Mevrouw W.J. Hazelebach (64) merkte jaren geleden al dat haar echtgenoot (72) slechthorend werd. “Ik vroeg eens of het boek dat hij las een mooi boek was. Hij antwoordde dat hij geen nieuwe broek nodig had. Ook vroeg hij wel eens aan mij waarom ik met de visite zat te fluisteren, terwijl we op normaal volume zaten te praten. Heel komisch, maar ook wel heel lastig. Mijn advies om eens zijn gehoor te laten nakijken wuifde hij steevast weg met het antwoord “Hoezo? Ik hoor toch alles prima?”. Maar ik wist wel beter.”
Toeterende voetbalsupporters
Toen het echt niet meer ging, maakte het echtpaar een afspraak in het Academisch Ziekenhuis in Utrecht. De specialist constateerde inderdaad gehoorschade, maar kon helaas verder weinig betekenen. “Hij stelde vast dat er voor de aard van de gehoorschade van mijn man geen hooroplossingen bestonden.” Er kwam geen hooroplossing en ondertussen ging het gehoor van mijnheer Hazelebach achteruit. “Het toppunt was het wereldkampioenschap voetbal, in Duitsland. Mijn man had moeite om de commentator te kunnen verstaan door het getoeter van de supporters op de tribunes. Hij zette de televisie zo hard dat ik op een gegeven moment de kamer verliet en naar boven vluchtte.”
‘Van schrik deed hij zijn hoortoestellen uit’
Vooral veel begrip
Het echtpaar stuitte eerder dit jaar op een advertentie in de krant waarin werd gezocht naar proefpersonen voor een nieuw soort hoortoestel. Er werd direct een afspraak voor een hoortest gemaakt. De vakaudicien bleek te beschikken over Speech Mapping. En dat leverde vooral veel begrip op. “Ik kon nu voor het eerst horen wat hij niet hoorde. En ik hoorde echt bijna niks meer. Gezellige geluidjes, zoals kinderstemmen, klonken zacht en dof. Ik vond het ineens heel begrijpelijk dat hij niet alles oppikte.”
Luchtalarm
Mijnheer Hazelebach kreeg uiteindelijk niet de hoortoestellen uit de advertentie aangemeten, maar wel een andere passende gehooroplossing. Het verschil met toen en nu is erg groot. “We praten weer over meer dan alleen het strikt noodzakelijke. Heel prettig.” Minder prettig is het testen van het luchtalarm, op de eerste maandag van de maand om 12.00 uur ’s middags. “Dat alarm ging af en van schrik deed hij direct zijn hoortoestellen uit. Hij vroeg me of die sirenes vroeger ook altijd zo hard afgingen.”